Des livres, rien que des livres. Alignés sur les étagères. Empilés au sol.Entassés sur le moindre coin de table. Toutes les pièces en regorgent. A peine la place de circuler.C'est ici, dans cet appartement bourgeois du 16e arrondissement de Paris, que Pierre-Emmanuel Dauzat a installé son bureau. Ici qu'il travaille face à son ordinateur, douze à quatorze heures par jour, à lire, traduire et préfacer les livres des autres et à écrire les siens. Le soir, il n'a qu'à traverser la rue pour rentrer chez lui. "Ma vie sociale est réduite au minimum", reconnaît-il.
A bientôt 50 ans, Pierre-Emmanuel Dauzat est l'un des traducteurs français les plus demandés.[...]
Polyglotte ? Pierre-Emmanuel Dauzat balaie le qualificatif d'un revers de main. Il ne parle aucune des langues qu'il traduit. "Même en anglais, je suis incapable de dire deux mots, assure-t-il. A part le latin et le grec, je n'ai jamais appris aucune langue étrangère. La plupart de mes contrats, je les ai signés sans connaître le moins du monde la langue que j'allais traduire. Il suffit qu'un éditeur me convainque de l'intérêt d'un livre pour que j'accepte de relever le défi. Vous ne pouvez pas imaginer dans quel état de tension je suis quand je me mets à travailler sur un texte auquel je ne comprends rien..."[...]
Sa méthode est toujours la même : allergique aux grammaires, il préfère s'"immerger" dans des dictionnaires et des livres en édition bilingue. Généralement, il ne lit pas à l'avance l'ouvrage qu'il doit traduire : "C'est indispensable pour garder une forme de spontanéité dans la traduction." Seul principe, il commence par traduire la fin : "J'ai une telle angoisse de la mort que je préfère me débarrasser de la fin dès le début", explique-t-il. [...] Ce "besoin vital de (s')exiler dans la langue des autres", il dit l'éprouver depuis toujours. | Boeken, niks anders dan boeken. Op de boekenplanken. Op de grond. Op elke hoek van elke tafel. Elke kamer staat vol. Er is amper plaats om te bewegen. Hier, in dit burgerlijke appartement in het 16de arrondissement van Parijs, heeft Pierre-Emmanuel Dauzat zijn bureau neergepoot. Hier werkt hij voor zijn computer, twaalf tot veertien uur per dag. Hij leest en vertaalt boeken van anderen, en schrijft er ook voorwoorden voor, terwijl hij ook zijn eigen boeken schrijft. ’s Avonds moet hij maar de straat oversteken en hij is thuis. “Ik heb amper een sociaal leven”, geeft hij toe. Op bijna vijftigjarige leeftijd is Dauzat een van de meest begeerde vertalers. […] Polyglot? Die term gebruikt Dauzat niet om zichzelf te beschrijven. Hij spreekt geen enkele taal waaruit hij vertaalt. “Zelfs in het Engels kan ik geen twee woorden aan elkaar knopen”, verzekert hij. “Buiten Latijn en Grieks heb ik geen enkele vreemde taal geleerd. Het merendeel van mijn contracten heb ik getekend zonder ook maar iets van de taal waaruit ik moest vertalen, te kennen. De uitgever moet me enkel overtuigen van het belang van het boek vooraleer ik de uitdaging aanga. Je kunt je wel voorstellen hoe spannend het is om aan een tekst te beginnen waar ik niks van begrijp…” […] Zijn methode is steeds dezelfde: omdat hij allergisch is voor grammatica, dompelt hij zich onder in woordenboeken en tweetalige boeken. Doorgaans leest hij niet op voorhand het werk dat hij moet vertalen. “Dat is nodig om een zekere spontaniteit te behouden bij het vertalen.” Hij heeft wel één principe: hij vertaalt altijd eerst het einde. “Ik heb zo’n angst voor de dood dat ik liever vanaf het begin het einde al achter de rug heb”, vertelt hij. […] Die “fundamentele behoefte om als buitenstaander te ontsnappen in de taal van anderen” heeft hij altijd al gehad, zegt hij. |